maandag 29 juli 2013

De Carieb in Schotland

Vrijdag 19 juli – zondag 21 juli, Tobermory

Een spiegelgladde zee strekt zich voor ons uit. Heel klein beetje wind. We motoren tussen de eilanden naar de Sound of Mull. Groene heuvels aan stuurboord, kalere heuvels aan bakboord op Mull. Het is een zomers warme dag. De herkenbare veerboten van Caledonian MacBrayne kruisen onze koers.






 


 
De kleurrijke huizen aan de kade van Tobermory glimmen in de zon. Een plaatje uit een boek.

Afgelopen winter had ik niet durven hopen dat we zo binnen zouden varen. Nog een meevaller: we kunnen met z’n allen aan het ponton. Zonnetenten komen uit bakskisten en vooronders. Een Caribische sfeer maakt zich van ons meester. Luieren in de kuip. Rondjes varen met de dinghy. Morgen gaan we aan de wandel.

 Het Caribische beeld wordt vervolmaakt met uitzicht op een cruiseschip, waar de reddingsboten af en aanvaren met de gasten. Het ene cruiseschip is nog niet verdwenen of het volgende komt haar “lading” afzetten. Op de kant bij dezelfde opgang als ons ponton wordt een standje ingericht met bekertjes water voor de, meest oudere, passagiers. “For health and safety”, in deze temperaturen. Een crewmember, strak in het pak, staat een ieder te woord.

Het kwaliteitsverschil tussen de tenders van de verschillende cruiseschepen is overduidelijk. In sommige zie je mensen, die nauwelijks uit de voeten kunnen, opgepropt zitten met een dik oranje reddingsvest om hun nek. Geen gezicht en eerder vernederend dan veilig.
Zaterdag brengen we wandelend door, naar Aros Park. Een schitterende route langs de baai, door een bos met waterval, en vele, vele doorkijkjes op de baai, een fraai megajacht voor anker, visvijvers en de overkant van de Sound of Mull. Als we bij een kademuurtje pauze willen houden, worden we toegefloten: op een hogere rotspartij, onder de bomen, zitten An en Albert te genieten. We klauteren naar ze toe.

 
Aros Park bestaat uit een binnenmeer, bezaaid met waterlelies. We lopen de rondtoer en proberen een bospad de hoogte in. Het raakt steeds meer overwoekerd door brandnetels en dichte struiken. Ooit wellicht een wandelpad, nu houdt het op en gaan we hetzelfde half uur terug.


Aan het eind van de dag langs de Coop-supermarkt, zoals de rest van onze groep ook meerdere keren per dag doet, en we strijken nog even neer op het terras bij de haven. Grote bier en gefrituurde uienringen. Ijsjes voor de kinderen verkopen ze niet, maar kunnen Jules en Sivy gewoon in een klein zaakje even verderop halen en op het terras bij hen opeten. Geen probleem. De Australische uitdrukking “no worries” gaat hier in Schotland nog veel meer op.

zondag 21 juli 2013

Geweldig "Schots weer"

Woensdag 17 juli Dunstaffnage

De weerkaarten laten het al dagen zien: een mega groot hogedruksysteem gaat zich boven Schotland en Engeland vestigen. Ook hier in Schotland gaan de temperaturen weer records breken.

Vanochtend moeten we het nog doen met een voorspelling "visibility moderate - good, occassionaly very poor". In het smalle water van Fort William naar Dunstaffnage hangt de bewolking laag.
Ons groepje van 4 start om acht uur aan de afdaling van 19,5 meter bij Neptune's Staircase (verdeeld over 8 sluizen). De rest van de groep, hemelsbreed 2 mijl verderop, gaat op dat moment door de Sealock bij Corpach naar het zoute water.

We zeilen naar Dunstaffnage, verborgen achter een kasteel. De zon komt in de avond door. De lucht wordt blauw, en zal dit de komende dagen blijven. Zomers genieten.






De trappen van Neptunes

Dinsdag 16 juli Laggan Locks – Corpach.

Een dag met lage bewolking over de groene heuvels, een regenbuitje, mooie smalle kanaaltjes. We dalen weer langzaam af naar zeeniveau.
 
 

 
Een deel van onze groep 2, incluis wijzelf, moeten bij 1 sluis wachten i.v.m. de lunchpauze en komen om 15.15 uur (midden op de dag voor ons gevoel) aan bij een “dichte” Neptune’s Staircase. “Sorry sir, the first locking in the morning is all yours.” Wat, nou moe, nu al gestopt. Maar ja, een schutting van 5 sluizen duurt anderhalf uur. Dan maar borrelen met de 4 achtergebleven schepen. Elk nadeel heeft z’n voordeel J.







Na 3 dagen is het (heel) mooi geweest. De boten snakken naar zout water.

Naar de top in het Caledonisch Kanaal

Maandag 15 juli Fort Augustus – Laggan Locks (de top)

Een ieniemienie stukje varen, maar we zijn er een dag mee zoet. We starten met een trapje van 5 sluizen (omhoog). Met de sluistijden wordt er niet zo nauw omgegaan. Je moet de tijd hebben en nemen zoals het komt. Vandaag is het bewolkt en het dreigt te gaan druppelen. maar het zet niet door.

Als we met onze groep 2 in de sluis liggen, vermaken we ons prima op de kant.
Er staan vele toeristen; Jules en Sivy “moeten” op de foto met Japanners. Jasper van de Marieke rent tijdens de schutting in sluis 2 nog even naar de slager, die hier langs de weg zit. Goed voorbeeld doet volgen, tijdens sluisgang 3 en 4.

We zijn een bezienswaardigheid en wij vinden de sluizen een bezienswaardigheid.









’s Avonds bereiken we, na 8 mijl varen, uren later, de top bij Laggan Locks. Vanaf hier gaan we morgen weer omlaag schutten. De draaibrug voor Laggan Locks geeft toegang tot een geweldig stukje natuur.

 

Zoektocht naar Nessie

Zondag 14 juli - De zoektocht naar Nessie.

De eerste etappe van het Caledonisch Kanaal gaat van start. We doorkruisen Schotland, voor het gevoel van oost naar west, maar het kanaal ligt noord-zuid.

Totaal gaan we in drie dagen 29 sluizen en 10 draaibruggen nemen. Vandaag een vaartocht van 26 mijl van Clachnaharry naar Fort Augustus, over het beroemde Loch Ness.
Om half negen pakt Paul de marifoon om op kanaal 74 met de sluiswachter te overleggen hoe hij de logistiek van onze groep wil regelen. Aisla en de sluiswachters hebben onze botenlijst al onderling doorgespeeld en doorgenomen.  Terwijl ik het palaver heb, krijgt Paul de groepsindeling en indeling binnen de sluis door.


Twee teams van 7 gaan de strijd aan. In no time hebben we onze strategie bepaald en zijn we een geoliede machine bij elke individuele sluis en de meerdere sluistrappen.
“You are so well organised”, is het positieve commentaar van 1 van de sluiswachters op dag 2. Het verval varieert van zo’n 2,5 – 4 meter. Onze bemanningen worden ervaren lopers op de kant en hebben de touwtjes in handen.

 
 
Ik vind het magnifiek om hier te varen. Op Loch Ness hebben we een straffe wind recht op de neus. De wind tunnelt langs de bergheuvels over de meren. 13-Eeuwse kastelen lijken overal te staan, tussen de beboste groene hellingen en uitkijkpunten.
 
 
Bij Kasteel Urquhart ligt de ankerplaats in mooi vlak water, verborgen voor de zuidwesten-wind. Met de Gizmo naar de kant. Ik houd de eerste ankerwacht, en even later komt Paul weer terug om mij het rondje om het kasteel te laten lopen. Jules en Sivy zijn bij Ruud van de Phoenix gebleven. Ondertussen is Phoenix van anker los gegaan en vaart Mieke rondjes tot Ruud weer terug getaxied is. De zon breekt door en het is genieten van de natuur.
 
Livingstone zeilt enkele rondjes in deze baai, voor ze weer op laveerkoers gaan voor de overige 15 mijl naar Fort Augustus.

Marieke is weer bij en ook zij kruist verder, dubbel gereefd. Triple Seven blijft hier een nachtje voor anker.




Een handje vol zeilboten passeert ons vandaag. We zien wat Zweedse en Deense vlaggen. En wel geteld twee andere Nederlandse schepen. Een Breehorn waarvan de schipper uitgebreid bij ons op de Sentijn aan boord is geweest op de Hiswa te Water 2 jaar geleden. It’s a small world…

Fort Augustus

maandag 15 juli 2013

Naar de Moray Firth

Zaterdag 13 juli Lossiemouth - Clachnaharry

03.50 uur: da’s toch geen tijd om op te staan… normaal niet en nu eigenlijk zeker niet, op een zomercruise. Maar het moet, moeder Natuur beslist: tij en diepgang. Om 04.30 uur moet de Carat de haven verlaten, met haar diepgang van 2.45 m. Wij volgen, met z’n allen. Het is afgaand water, dus we willen wel. In tegenstelling tot de afgelopen 2 dagen vlakke zee, kunnen we de zeilen hijsen. Een mooie noordwestenwind blaast ons verder de Moray Firth in, op weg naar de ingang van het Caledonisch Kanaal bij Inverness/Clachnaharry.

Wat zo fantastisch is langs deze oostkant van Engeland en Schotsland is het rijke leven in zee:

we zien dolfijnen, veel vogels, zeehonden in het water en met z’n allen op een bank of boei, en de Minke Whale op onze tocht gisteren vroeg bij Peterhead.
met camera's in de aanslag voor de dolfijnen
 Lange zandstranden sieren de kuststrook naar Inverness. Heuvels op de achtergrond.
Zo koud als de ochtend begint, zo warm is het in de 1e sluis van het Caledonisch Kanaal. We kunnen het qua weer niet beter treffen hier. Fantastisch.
Een enkel ander zeiljacht vaart ons tegemoet. Met ons vaart vandaag een Zwitser en een Deen mee op. 

De eerste 6 schepen van ons vullen de sluis. Wij en Kendix wachten voor de sluis. De rest ligt op nog een uurtje afstand. Ik zie de Wink bijna boven de sluisdeur uit stijgen. Een verval van zo’n 4 meter. In deze sluis worden de “transit-licences” afgegeven en betaald. Zeker een uur wachten we voor de deur. Het tempo ligt hier gewoon lager dan in Nederland. En is dat erg? Nee, eigenlijk helemaal niet.

 
De hele papierwinkel ligt keurig gereed voor elke boot van onze groep. Op de marifoon en via de telefoon horen we de sluiswachters communiceren over de progressie van onze groep richting Clachnaharry Seaport Marina.
 
 
 
 
 
Twee hele steigers liggen gereed voor ons.
Ailsa, één van de havenmeesters, is speciaal voor ons vandaag teruggekomen naar kantoor om kennis te maken en info-pakketjes af te geven. We zullen, op haar verzoek, zorgen voor mooie groepsfoto’s voor de brochures van het komende jaar. 




We lopen de stad Inverness in; Sivy kan het groene knuffelmonster Nessie niet in de stad achterlaten; 
we blazen de dinghy op en Sivy kleurt de naam van Gizmo opnieuw in.
Jules voetbalt met Hanne, 1 van de kleinkinderen aan boord van de Tranquillizer. De wind maakt het deze avond koud, maar achter de buiskap is en blijft het een zomeravond, in een gebied waar de zon amper onder gaat.

Meest noordelijke punt van de reis


Vrijdag 12 juli Peterhead - Lossiemouth

Na een zonnige dag motoren, tegen lichte wind in, bereiken we vandaag het noordelijkste punt van de reis: Lossiemouth. Reden voor een feestje.
 
 
De steigerborrel begint met de “Noorden Blues”, gevolgd door het OceanPeople-lied. Léon zingt en begeleidt zichzelf op gitaar. Ik ben assistente voor de bladmuziek.

Noorden Blues:
We zijn op stap met OceanPeople
Op de eindeloze zee
Er gaat naast wijn en bier toch bovenal
veel dieselolie mee

Dit is de blues van ’t Noorden
’t Slaat toe en grijpt je bij de keel
De wind komt aldoor van voren…
en ’t is te weinig óf te veel.


We varen keurig op een schema
en we verslinden mijl na mijl
Als wind en stroming het ons toestaan
doen we alles onder zeil!

Dit is de blues van het Noorden
’t slaat toe en grijpt je bij de keel.
De wind komt aldoor van voren..
en ’t is te weinig óf te veel.

De flessen Pro Secco staan gereed om ontkurkt te worden. We staan gezellig voor de, speciaal voor ons vandaag gepavoiseerde, vertrekkersboot Saluki. Martin en Suzanne zijn een maand geleden vertrokken vanuit Stellendam, als buurtjes en bekenden van Triple Seven en Polar Bear, voor een rondje Atlantic. Hun reis staat sinds deze week abrupt 2 weken in de pauzestand: Suzanne heeft haar knieschijf gebroken. Niet tijdens een ingewikkeld bootmanoeuvre, maar tijdens een wandeling in de duinen hier bij Lossiemouth. Balen! Ze zit met haar been geheel in het gips, dus onze meute komt gezellig bij hen voor de deur een borrel drinken. Ze hadden al heel veel over ons gehoord, dus leuk om elkaar nu te ontmoeten. 
In Lossiemouth heeft havenmeester Duncan vaste ligplaatshouders verplaatst om ruimte voor ons te maken in het West Basin. De service gaat ver. We laten met veel plezier een OceanPeople wimpel achter als dank.