zaterdag 21 december 2013

RBAC 2013 succesvol afgesloten


Donderdag 12 december 2013, Herkingen
Zaterdag 30 november omhelzen een ploeg mensen elkaar in het restaurant van het Scheepvaartmuseum te Amsterdam. “Goed je weer te zien”, “Het is net gisteren”, of het gesprek wordt gewoon weer opgepakt alsof we net zijn aangelegd na een dag op zee.

De reünie van de RBAC 2013. Met enorm veel plezier zien we elkaar weer terug en zijn wij blij iedereen een foto-aandenken te geven van deze reis op eigen kiel dwars door Schotland en de Ierse Zee, rondom Engeland.
Bij het maken van het fotoalbum heb ik meermalen geroepen: “Deze reis gaan we nog een keer doen!” 

Houd onze meerjaren Adventure Cruise planning maar in de gaten.
Een jaar geleden maakten we op papier al een toer langs alle plaatsen en door alle wateren. Hopend op niet te harde wind, niet te veel regen, een beetje zon, een beetje warmte. Dat het uit zou pakken als “een warmterecord in Edinburgh, een hittegolf in Tobermory, vlak water voor de ingang van Fingal’s cave”, dat hadden we niet durven dromen.
Je krijgt wat je verdient. Daar houden we het op.

Na Bangor in Noord-Ierland hebben we genoten van een bezoek aan het Titanic museum en centrum van Belfast, en schitterende tocht naar het Isle of Man en zuidwaarts door de Ierse Zee met van tijd tot tijd zeer sterke stroomgebieden. Een ware ontdekkingstocht.
De Engelse zuidkust vormde een waardige afsluiting van deze reis met onze traditionele knotsgekke White party op het Isle of Wight.

woensdag 18 september 2013

Een jachtclub met allure

Donderdag 1 augustus, Bangor

De luchtontvochtiger heeft zijn werk goed gedaan. Deze ochtend valt het water met bakken uit de hemel. De wind is behoorlijk toegenomen. Iedereen blij dat we al hier zijn, 1 dagje voor op schema.
Hier vinden bemanningswissels plaats. Belfast Airport is maar een uurtje verwijderd, met een goede treinverbinding.
Bestudering van het weer en mogelijke consequenties voor de tocht, contacten met Peel Harbour, op het Isle of Man, nemen een groot deel van de ochtend in beslag. Peel Harbour is niet altijd toegankelijk, buiten de haven voor anker wachten, de stroming bij vertrek hier en in het North Channel is significant. Het windplaatje er overheen (met windvelden van harde zuid-zuidwestenwind). Genoeg voer om het weer de komende dagen goed in de gaten te houden. 
We wandelen op het gemak Bangor in. We liggen direct aan het centrum.
Op het parkeerterrein naast de haven en boulevard staat een zomerkermis. In tijden van regen altijd een stil en droevig aanzicht, met wachtende standhouders. Vanmiddag gaat het opklaren!

We ploffen allereerst neer in de ouderwetse, diepe, lounchebanken bij Café Nero. Als we op een ordentelijke manier onze cakejes proberen te eten, loopt Marlies langs. Al fotograferend rondom een leuk huis aan het kustpad werd ze aangesproken door de bewoner. Hij is vooraanstaand lid van de Royal Ulster Yachtclub en nodigde haar van harte uit om de zeilwedstrijd van die avond te komen aanschouwen. Marlies had precies de juiste uitstraling die dag om een uitnodiging te mogen ontvangen: rode lange broek, blauwe regen/zeillaarzen, mooie donkerblauwe gebreide nauwsluitende trui met embleem van een zeilrace rond de wereld, en een, ik zou bijna zeggen, sophisticated coupe grijs haar. Hij had al de hele Nederlandse vloot met de rode vlaggen zien aankomen in de marina en wilde daar wel het fijne van weten. Dus, uitnodiging mee en of ze dit aan de hele groep kenbaar wilde maken.
Dat speelt dus al over enkele uurtjes en we zitten met z’n allen her en der verspreid. Wie we tegen komen krijgt het verhaal mee, en zo zal ook Marlies rondlopen.
De Royal Ulster Yacht Club is een bijzondere, besloten, jachtclub.
Ontstaan in 1866, opgericht door de familie Lipton. Je komt hier niet zo maar binnen. Er is een kledingcode en een aparte ontvangstruimte voor bezoekers: The Strangers Room. Snobistisch, maar ook fantastisch. Een wereld in een wereld.
Het huidige clubhuis is een groots gebouw met breed uitzicht op het water recht voor de deur, ontworpen in 1897 door Vincent Craig, de broer van de allereerste premier van Noord-Ierland.


Sivy is met Paul mee gegaan, al hadden we haar voorbereid op het feit dat kinderen wellicht niet binnen mogen. Uiteindelijk is dat geen probleem, .., tot 21.00 uur precies.
Een ploegje van ons nuttigt het diner daar, anderen kijken alleen naar het, voor een donderdagavond omvangrijke, wedstrijdveld.

vrijdag 6 september 2013

Oversteken naar de Ierse kant


Woensdag 31 juli, Lamlash – Bangor (Noord-Ierland)

Ik wil niet weg!!
De zon schijnt, de lucht is blauw, geen wind, schitterend uitzicht.

 



 
 
Maar er ligt een nieuwe horizon te wachten. Een Noord-Ierse. En, daarnaast, de weerkaarten voor de komende dagen beloven echt véél meer wind en regen.  Gaan!
De eerste 3 mijl mag er bij ons aan boord gevist worden. Daarna gaat het tempo er weer in om met gunstige stroming naar Noord-Ierland te gaan, het North Channel overstekend. 
Triple Seven, later omgedoopt naar “Neeltje Jans”, had al beet bij de rafelingen van het zuidpuntje van Holy Island. Het eerste waypoint van ons allen. Dit is wel een heel mooie visomgeving, beter dan de industriekust van Duinkerke, om maar een vergelijking te maken.
Jules werpt de lijn met veertjes uit, zet de hengel in de standaard, en .. heeft beet. Ratel, ratel, ratel, doet de (best dure Eastman) molen. Twee makrelen in 1 keer. Nog een keer uit, en weer direct beet. Nummer 3 ligt in de emmer te spartelen. Daarna lukt het niet meer en gaat het toerental van de motor omhoog, anders zijn we zeker niet voor het donker thuis.
 


 


 
 
 
 
Vangen betekent ook schoonmaken. Ieder maakt zijn/haar eigen vis schoon. 3 Vissen, 4 bemanningsleden; ik bedank geheel vrijwillig voor mijn maaltijd.



Tot het middaguur motoren we zuidwestwaarts. De wind komt precies uit de hoek die wij opgaan. Wij nemen, nu het nog rustig is, vast de etappes van volgende week nogmaals door. De stabiele trend van het weer is even zoek, dus we bestuderen opnieuw de alternatieven in de Ierse Zee, met de moeilijke kapen, “tidal gates”, en weinig ruimbemeten havens aan beide zijden. Voorlopig houden we vast aan de route en tijdsverdeling.
Voorspelling is dat vanmiddag de wind gaat ruimen naar zuid en zuidoost, stroming staat dan zuidwaarts. En jawel, vanaf half twee kan het zeil getrimd worden, fok uitgerold en we zeilen in 1 streep naar Bangor. Mooi! De in de boeken opgetekende dwarsstroom van 2-3 knopen ervaren we niet. Da’s dan weer gek.
In een fikse regenbui komen we de grote marina in, van het soort dat we al tijden niet meer hebben gezien. In de aanloop van Bangor, tevens de aanloop naar Belfast, nemen de aantallen veerboten toe. De Saltire wordt vervangen door de Red Ensign.
Komende dagen staan gepland voor bezoek aan de stad Belfast, en de was.

Jong geleerd. Logboek bijhouden.
Begrippen als UTC, koers, log, noorderbreedte,westerlengte, stroming,
barometerstand, ware wind, worden spelenderwijs bekend.


Kort maar krachtig: geweldig zeilen

Dinsdag 30 juli, Rothesay – Lamlash

Gedisciplineerd als we zijn, verlaten we keurig de ieniemienie-haven van Rothesay. We gaan een zonnige zeildag tegemoet, met de perfecte weersvoorspelling van ZZW 4 Bft.
Aan de wind, een zorgeloze etappe van 20 mijl naar het laatste Schotse eiland van deze reis: Isle of Arran.
Met Isle of Bute nog op de achtergrond maken we een familieportretje van de Nyx-bemanning.

Vlak water, hoog aan de wind, mooie luchten. Laveren en, stiekem, een wedstrijdje met Polar Bear en Felice. We halen ze in op het rak naar Isle of Arran, net voor het marifoonrondje begint.
We zeilen in de Firth of Clyde. Magnifiek.
Fotogenieke momenten te over.

In de avond begint de regen, zoals voorspeld. Er liggen precies genoeg vrije gele en groene moorings voor ons allen.

 
 
Paul gaat met Sivy de mooringfees betalen bij het oude baasje aan de kant. Deze weet een goed gesorteerde visbenodigdhedenzaak. Mooi, want onderweg bleek weer eens dat het draad van de hengel van Jules niet sterk genoeg is voor het sleepwerk. En na wat getier over het zoveelste verlies van een paravaan, hebben we besloten dat we nu een “echte” zeehengel gaan kopen. Geen ondermaatskinderspul meer. Die grote zeehengel van ons Rondje Atlantic staat natuurlijk thuis in de garage…..
Het is net als met alle (boot/klus/hobby/werk-)spullen: heb je niet het goede materiaal, dan blijft het prutsen.
Zeilpakken aan, zeillaarzen aan (“gelukkig, toch niet voor niks gekocht. We gingen immers naar regenachtig Schotland. ”), op naar de visspullenwinkel. Missie geslaagd.



 

dinsdag 20 augustus 2013

Fotowedstrijd gewonnen door Shaula

Even een bericht tussendoor:

In de Ierse Zee, als we weer vele submarine-exercise-areas zien, roept André van de Marieke over de marifoon; "degene die als eerste een onderzeeër ziet, mag bij Beken of Cowes een cadeautje uitzoeken.

2 Weken later, als we langs Eddystone Rock varen ten zuiden van Plymouth gebeurt het wonder:



                                                      Wow, is het niet FANTASTISCH!

Oude glorie

Maandag 29 juli, Rothesay  

’s Ochtends regent het. Is niet erg. Het was laat geworden bij de buren. Even op gang komen.
Rothesay, op het isle of Bute, heeft een lange brede boulevard, compleet met Engelse tuinbanken en bloemperken. Hoge huizen aan de overkant van de straat.



 


 
 
 
 
 Er staan veel hotels en Bed & Breakfasts, maar ook veel bordjes “vacancies”. De badplaats van weleer is in verval geraakt. Onkruid groeit in de dakgoten en de kapotte ramen van de kerk. het gras staat hoog naast de bootjes van de jachtclub, Op het hek eromheen hangt een “te koop”-bord met een aanbeveling voor projectontwikkeling. ’s Avonds gluren we bij trieste restaurants naar binnen, met een enkel pareltje er tussen.
De regenboog boven de haven en de heuvel erachter geeft het beeld weer glans. Laat de investeerders en schilders maar komen. Bute heeft genoeg te bieden voor de natuurminnende mens.
We vieren onze laatste avond aan steigers in Schotland met een passende borrel op de planken.



Een zondag zoals een zondag moet zijn

Zondag 28 juli, Campbeltown - Rothesay

We zeilen landinwaarts vandaag. Een dag zonder noemenswaardige stroming. Fijn. Geen gereken onderweg. Geen bijhouden van ETA’s.
We starten de dag in “vistempo”, 2-3 knopen. Vangen niks. Motor gaat aan om niet helemaal achteraan te blijven hangen.

Ik zie dolfijnen tussen ons en de Wink. Een unieke kans. Snel seinen we Nienke, op de Wink, in, want zij heeft in haar hele zeilcarrière nog geen andere dolfijnen gezien dan die in Harderwijk..
Het moment is daar: in totaal spot ze 4 dolfijnen. Ik zie haar op het voordek staan, tegen de mast geleund. Het kan niet missen. Dit is haar dag.

We varen langs het Isle of Arran, door de Kilbrannan Sound, de Bute Sound, langs Ardlamont Point, rondom het Isle of Bute. Namen uit elvenboeken. De Firth of Clyde. De Waverley, de enige originele paddlewheeler in Schotland ploegt langs.






Landschappelijk toppunt van genieten. Zeker in het smallere vaarwater naar de ankerplaats An Caladh.



De zon schijnt nu tussen de wolken, de wind is weg, we glijden stilletjes en zachtjes even de kleine, achter vuurtorentje en rotsen verborgen, ankerbocht in. En houden de adem in. Wauw, wat prachtig.
We hebben in gedachten al 5 huizen gekocht langs deze route.


Een aantal van ons blijft hier achter. Wij varen, met gemengde gevoelens, door naar Rothesay.
 
 
 
 
 
 
 
 
Sinds gisteren hebben we al prettig intensief telefonisch contact met de havenmeester van Rothesay. Telkens met het gehoororgaan op scherp om het Schotse accent te ontwarren. Hoeveel boten kunnen we kwijt in de kleine Inner Harbour. Eerst lijkt dit aantal te stoppen bij 5, met maximale diepgang 2 m. De rest zal voor anker gaan voor de boulevard. Vervolgens wordt het aantal opgehoogd naar 8. En eind van het liedje kunnen we allemaal terecht, ongeacht diepgang. Dank u.
De doorgang bij de brug is krap, de draai er na nog krapper. Alles lukt. Wij blij. De havenmeester heeft de “drukste dag” van z’n seizoen. Hij vertelt in geuren en kleuren dat z’n “opa en oma” (met Schotse tongval) in Roermond hebben gewoond, later in Rotterdam. En nu is zijn zoon bij opa en oma op de camping in Zeeland. “Wissekerke”, leest hij voor van het briefje uit ’n portemonnee. Hij had ook al op onze blog zitten lezen/kijken. We nemen het berthingplan met hem door voor de ankeraars die zich morgenvroeg weer bij ons voegen.  

donderdag 15 augustus 2013

Mull of Kintyre

Zaterdag 27 juli, Port Ellen - Campbeltown

Mist omhelst ons. Wederom.
Het weerbericht spreekt van “fogpatches”. We zien de overkant van de baai opdoemen en vervagen.

Het zicht is matig, af en toe slecht.
We vertrekken iets later dan gepland. De veerboot heeft als aankomsttijd 09.00 uur, onze oorspronkelijke vertrektijd. Zodra de veerboot 100 meter van ons vandaan heeft aangelegd, gooien wij los. Zo voorkomen we een lichte hartverzakking bij de kapitein als hij de relatief nauwe ingang van de baai indraait en een vloot AIS signalen zou zien verschijnen, en nog meer echo’s op z’n radarbeeld.

De wind zit in de foute hoek: recht op de neus. Het zicht varieert van heel goed tot 50 m. We willen de stroming mee hebben rondom Mull of Kintyre, dus motorzeilen we recht op ons waypoint.
Vandaag gelukkig geen staande golven bij de Mull. De kaap ziet er misschien net zo uit als andere groene, rotsige heuvels, maar toch voel je dat je op een veel beschreven plaats vaart.
 






We zijn op tijd, vallen af, zetten het voorzeil bij. En zeilen een nieuwe mistbank in.

zaterdag 10 augustus 2013

Rooksmaak

Vrijdag 26 juli, Port Ellen

Mist omhelst ons.
We kunnen ook aan het ponton terecht en landen op tijd voor onze whisky-excursie. Met z’n allen wandelen we de 5 kilometer naar de destilleerderij van Lagavulin, 1 van de 8 op dit eiland. Twee aan twee lopen we, kletsend, langs de rand van de plattelandsweg.








We krijgen een rondleiding en een proeverij van 2 whisky’s: 1 Single Malt van 10 jaar oud, en 1 double matured van 12 jaar oud, zelfs één uit een bijzonder jaar waar nog maar een paar flessen van op voorraad zijn (hier en dus op de hele wereld). De laatstgenoemde is zachter.

Tijdens de rondleiding mag niet gefotografeerd worden. We proeven het basisingrediënt, Barley (gerst), gerookt met turf, wat een geweldige rooksmaak in de mond achter laat.
De typische geur van alcohol bij de ui-vormige ketels doet me denken aan de vroegere Wennekersfabriek in centrum van Roosendaal, vlakbij m’n oma. Dat beeld was lang niet bij me opgekomen. Sivy is vandaag spontaan 9 jaar i.p.v. 8 (de leeftijdsgrens voor de rondleiding) en doorloopt het fabrieksproces aan de hand van de Nederlandse reisgids, te leen van de Kendix. Ik vertaal tussendoor het verhaal van de mevrouw van d destilleerderij, al heb ik af en toe wel moeite met het Schots. Natuurlijk nemen we een flesje mee naar huis, plus authentiek zakflesje.

De mist is ondertussen weg, en we hebben een heerlijke wandeling terug met zicht op een zonovergoten baai. 

Vanavond staat er nog een uitje op het programma. In het dorpshuis wordt een familie-avond met Schotse dans en muziek gehouden, vergezeld door “tea and creams”. Het klinkt misschien wat suffig, maar het blijkt hartstikke leuk te zijn. Locale zangers, dansers, violisten en doedelzakspeelsters tonen, zonder schroom, hun talenten, van jong en oud. Wij laten ons meevoeren in deze Schotse sferen en Sivy en ik wagen ons op de dansvloer. En wij zijn niet de enigen van de groep Nederlanders die lachend achter de tafels zitten. Aan het eind van de avond zwier ik in de armen van de actieve Schotse dame op leeftijd, naast me, mee in de laatste volksdans. Tranquillizer wint de hoofdprijs van de avond bij de loterij en we verlaten de feestzaal met rode konen van de warmte van de zomeravond.
Deze vorm van amusement zijn we in Nederland verloren.   

Barbi on the beach

Donderdag 25 juli, Craobh Marina – Port Ellen

In alle vroegte verlaten we deze comfortabele, vriendelijke haven, omringd door groene heuvels en bergen. De zon piept tussen de wolken door. We genieten al weken van vele uren daglicht in elke 24 uur.
 

Zoals ik gisteren al zei: “Als het goed is zeggen we met z’n allen ‘is dit het nou, we zien en merken niks’, terwijl we voorbij de Gulf of Corryvreckan varen.” We bevinden ons mooi met de kentering in het beruchte zeegat. Her en der zie je plekken waar een draaikolk zich aan het vormen is, nu nog in een zeer beheersbare status.
Rustig windje vandaag. De bewolking wordt dikker en zet zich om in een echt Engelse miezerbui.

Wonder boven wonder kunnen 10 van onze 14 schepen aan het enig beschikbare ponton van “de marina”van Port Ellen, op Islay, het eiland van de whisky-destilleerderijen. Wij gaan voor anker in de baai met schitterend zicht op rotseilandjes voor de kust. De zon schijnt. Terwijl Paul, Jules en Sivy met de dinghy naar de kant zijn, stroop ik enige kledinglagen af. Een ritueel dat zich in deze contreien dagelijks herhaalt.

Later op de avond gaan we met onze mede-ankeraars Albacora, Triple Seven en Phoenix naar het strand. Onze Cobb beleeft z’n première. De gitaar van Wim maakt een dinghytochtje. We belanden op een strandje nagenoeg in iemands achtertuin. De heer des huizes laat net de hond des huizes uit bij de waterrand. “Shall  I bring you a table to put your things on?” is zijn 1e reactie, als hij ons alles ziet uitstallen op het zand. Nou , dat zou “very nice” zijn. “We moesten maar vooral genieten van deze mooie avond.” Dat wordt geen probleem. De Cobb gaat uit z’n reistasje. De handleiding belandt in het zand. Nou hoef je nergens een stekker in het stopcontact te steken, dus het bbq-proces spreekt erg voor zich. Plus, er zijn ervaringsdeskundigen in de buurt.
De kabeljauw, gevangen door Wim, smaakt perfect, vegetarische Indiase hapjes van Leon idem. Toetje na. En met z’n allen zingen we, onder muzikale begeleiding van Wim, “Mull of Kintyre”. Eindelijk zullen we rond die beroemde kaap gaan varen.





 

Gastcollege

Woensdag 24 juli, Craobh Marina (spreek uit: Croov Marina)

Een ochtend knobbelen we aan de etappe Craobh – Port Ellen. De weg zelf is geen punt, maar de stroming wel. We nemen namelijk op het kruispunt “Gulf of Corryvreckan – Sound of Luing – Jura Sound”, de afslag naar het zuiden de Jura Sound in, en laten het straatje Corryvreckan aan stuurboord liggen. Waar vinden we goede detailinformatie over het stroomverloop per uur in de Gulf of Corryvreckan?
Dat het in dat straatje heftig te keer kan gaan, wordt geschreven, is gefilmd en op YouTube geplaatst. Maar het verloop 1 uur na kentering, 2 uur na kentering, 3 uur … etc. We leven op de dag van springtij, dus de dwarsstroom die we kunnen verwachten vanuit de Gulf of Corryvreckan is, op de top, 8 knopen. “Met gemak.”
De conclusie is dat we daar met kentering willen zijn. We hebben geen zin om 1 van ons dwars uit te zien gaan, hup op de rotsen aan bakboord. Dus vroeg op. Half zes weg. En geen gedraal het eerste uur om de 5 mijl te overbruggen naar het kruispunt.


Het printertje komt weer uit het vooronder. Terwijl ik de laatste hand leg aan de etappebeschrijving in OceanPeople-stijl, klopt Ernst aan. Of het een leuk idee is een gastcollege te geven over elektronica aan boord. En dan met name de nadruk op begrippen, laden en verbruiken. “Prima, lijkt ons leuk.” Daar is iedereen wel voor te porren.



Er staat al een feesttent opgesteld voor het restaurant voor de Highland Rally, dé lokale zeilwedstrijd van het seizoen. Daar mogen we gebruik van maken van de havenmeester.
Ik print het handout-blaadje van Ernst 20 x uit en om 16.00 uur zit de collegezaal vol.
Twee uur later en weer wijzer, lopen we weer de zon in. Energiebronnen en energieverslinders, van nespresso-apparaten tot combimagnetrons-op-walstroom, van lampjes tot lieren-met-knopjes, alles is behandeld. Iedereen kijkt vast en zeker bewuster naar monitorpaneeltjes die accuspanning en huidig verbruik weergeven.

zaterdag 3 augustus 2013

Willem de Veroveraar

Dinsdag 23 juli 2013, Bull Hole – Craobh Marina

Tot nu toe hebben we geen enkele aanpassing aan onze route hoeven doen. Komende dagen wordt er echter hardere zuidoostenwind voorspeld, op het moment dat wij in de, naar de zuidzijde open, baai van Port Ellen zouden zijn.
We maken een uitstapje naar het oosten en zoeken beschutting voor de komende 2 dagen in Craobh Marina. Het aantal beschutte plaatsen, voor een groep van 14, is in dit vaargebied beperkt. De meeste plaatsen en ankerbaaien liggen aan de oostzijde van eilanden, omdat stormen meestal uit het westen komen.

Het is niet bezeild. We laveren naar de Sound of Luing. De gewenste aankomsttijd in deze doorgang is 11.00 uur, als de stroom nog net zuidwaarts mee staat.
Net voor we hier zijn, zet de bui, die al een tijdje zien en horen aankomen, door. In korte tijd begint het te hozen. De donder blijft verder gelukkig achterwege.
We houden even in, tot het zicht op de rotsen wat verbetert. We verliezen hierdoor wel enige tijd en passeren rond 12.00 uur ons waypoint aan het begin van de Sound. Wij ervaren reeds veel meer stroom tegen dan verwacht. Op een kort stukje van 1 mijl zelfs 4 knopen tegen. We motoren met een snelheid van 1,6 knopen over de grond zo een half uurtje verder. Niet lang daarna neemt deze heftige stroom alweer af.


Voor de Livingstone en Marieke, die niet ver achter ons zaten, wordt het op dat ene punt, een half uur tot een uur later, te veel. Ze liggen nagenoeg stil en komen uiterst langzaam verder tot het tij het ergste uur heeft gehad en ze “ineens” wel voorbij het dode punt komen.
 
Ondertussen is de zon weer doorgebroken en kan de geplande borrel ter ere van de nieuwe Belgische koning plaatsvinden op het bovendek van de Tranquillizer, die de Belgische vlag voert.
Marc en Hedwig zijn een voortreffelijk gastheer en gastvrouw. Jules en Sivy helpen met de drankjes en iedereen neemt graag de uitnodiging voor een rondleiding op de motorboot aan.










 

Marc kan gelukkig een aanval van piraat Willem de Vijfde verijdelen, waarmee het Koninkrijk der Belgen behouden blijft.      

vrijdag 2 augustus 2013

Als stenen konden praten

Maandag 22 juli, Tobermory – Staffa – Bull Hole

Het is weer één van de betere maandagochtenden: zon, rust, een bijzondere bestemming voor de boeg.
Zacht glijdend door het water zeilen we noordelijk om het Isle of Mull. De wind zit weer in de oosthoek. We hopen op een spiegelgladde zee vandaag. Dat maakt een uitstapje in de dinghy naar Fingals’ Cave op Staffa Island mogelijk. De kaarsrechte torenhoge bassaltkolommen van miljoenen jaren oud maken deze grot en eiland zo uniek.

Excursiebootjes zetten mensen af aan een kleine pier, aan de oostzijde van het eiland, waar wij ons niet aan wagen met mooi gelakte rompen. Net voor we bij de grot aankomen, rimpelt het water, maar niet te erg om de dinghy, met deelbemanning, overboord te zetten. Ik laat Shaula op de plaats drijven. Het is te diep om te ankeren en met gerust hart allemaal van boord te gaan.
We hebben geluk: er staat slechts een geringe deining de grot in en uit, meest veroorzaakt doordat het water aan het eind van de smalle grot geen uitweg heeft anders dan dezelfde weg terug. Gizmo kan nog net 180 graden draaien halverwege de grot. Op een rand hoog in de grot wagen zich enkele mensen. Wat een eng gezicht is, zijn de mensen die buiten op de grotingang hoog boven ons staan te kijken en mee overhangen als Gizmo in de grot verdwijnt. Er is geen hek wat ze van een val behoedt.
We varen in rustig tempo door naar de ankerplek Bull Hole tegenover het eiland Iona. Op de kaart en Google maps uitgemeten zou de smalle langgerekte strook water net genoeg ruimte moeten bieden aan ons allen. Halverwege de ankerplaats staat er echter ruim 2 knopen stroom. Her en der liggen vrije moorings, die van lokale vissers zijn. Voor de zekerheid brengt Paul, met Sivy voor de extra charme, een bezoek aan de schipper van de veerboot tussen Iona en het “vaste land” van Mull. Deze toch best fors uitgevallen boot heeft ook zijn slaapplaats in onze ankerplaats. “Aye, no problem at all, if the boats give me room when I come in, after 7, my last trip”, zegt Andy aardig. Toch wordt er door onze “lieve” Andy, of zijn crew, nog een woordje geschreeuwd tegen de eerste boten in de ankerplaats als het moment daar is. Ik laat Shaula op de stroom opzij gaan, terwijl Polar Bear naast ons hetzelfde doet, zodat wij de weg vrijmaken voor z’n laatste stukje. De moorings mogen we deels nemen, volgens Andy, omdat dit de winter-/slecht weer-moorings zijn van de vissers. Dichterbij het plaatsje liggen de zomermoorings.

Uiteindelijk liggen we in een majestueuze omgeving, met de Iona Abbey om de hoek. De Abbey vanwaaruit monniken het christendom over Schotland hebben verspreid. Van Leo en Astrid, van de Livingstone, hoor ik enkele dagen later dat er nog steeds een internationale Iona Community bestaat, met ook leden in Nederland. Ik vind het overweldigend te bedenken dat 15 eeuwen terug al gebouwd is op dit eiland aan een abdij, die volledig past in deze natuur. Hoe, wie, waarom, … Ik probeer de geschiedenisfilm voor te stellen. Daar zou ik nou wel een real life soap van willen zien.