
De kleurrijke huizen aan de kade van Tobermory glimmen in de
zon. Een plaatje uit een boek.
Afgelopen winter had ik niet durven hopen dat we
zo binnen zouden varen. Nog een meevaller: we kunnen met z’n allen aan het
ponton. Zonnetenten komen uit bakskisten en vooronders. Een Caribische sfeer
maakt zich van ons meester. Luieren in de kuip. Rondjes varen met de dinghy.
Morgen gaan we aan de wandel.

Het kwaliteitsverschil tussen de tenders van de
verschillende cruiseschepen is overduidelijk. In sommige zie je mensen, die
nauwelijks uit de voeten kunnen, opgepropt zitten met een dik oranje reddingsvest
om hun nek. Geen gezicht en eerder vernederend dan veilig.
Zaterdag brengen we wandelend door, naar Aros Park. Een
schitterende route langs de baai, door een bos met waterval, en vele, vele
doorkijkjes op de baai, een fraai megajacht voor anker, visvijvers en de
overkant van de Sound of Mull. Als we bij een kademuurtje pauze willen houden,
worden we toegefloten: op een hogere rotspartij, onder de bomen, zitten An en
Albert te genieten. We klauteren naar ze toe.
Aros Park bestaat uit een binnenmeer, bezaaid met
waterlelies. We lopen de rondtoer en proberen een bospad de hoogte in. Het
raakt steeds meer overwoekerd door brandnetels en dichte struiken. Ooit
wellicht een wandelpad, nu houdt het op en gaan we hetzelfde half uur terug.
Aan het eind van de dag langs de Coop-supermarkt, zoals de
rest van onze groep ook meerdere keren per dag doet, en we strijken nog even
neer op het terras bij de haven. Grote bier en gefrituurde uienringen. Ijsjes
voor de kinderen verkopen ze niet, maar kunnen Jules en Sivy gewoon in een
klein zaakje even verderop halen en op het terras bij hen opeten. Geen
probleem. De Australische uitdrukking “no worries” gaat hier in Schotland nog veel
meer op.