Maandag 15 juli
Om 7 uur ‘s ochtends staat de eerste fotograaf met telelens op statief al gereed bij Chanonry Point, 8 mijl voor de zeesluis bij Clachnaharry, de ingang van het Caledonisch Kanaal. 100 meter achter hem staan nog meer mensen. Toeristen die een glimp of liefst een show van de dolfijnen willen zien die permanent wonen in dit stuk water. Heel apart. Het heeft veel weg van een zondagochtendtafereel in de winter bij Battenoord aan de Grevelingen waar de flamingo’s in het ondiepe water staan te poseren.
Om 7 uur ‘s ochtends staat de eerste fotograaf met telelens op statief al gereed bij Chanonry Point, 8 mijl voor de zeesluis bij Clachnaharry, de ingang van het Caledonisch Kanaal. 100 meter achter hem staan nog meer mensen. Toeristen die een glimp of liefst een show van de dolfijnen willen zien die permanent wonen in dit stuk water. Heel apart. Het heeft veel weg van een zondagochtendtafereel in de winter bij Battenoord aan de Grevelingen waar de flamingo’s in het ondiepe water staan te poseren.
Vanaf half negen start de eerste schutting het Kanaal op. Elke schutting kost
een uur doorlooptijd, minstens, waarbij we ook de reeds geprepareerde “licence”
in het kantoortje mogen betalen. De eerste sluis van de 29 die we de
komende 4 dagen door gaan.
Tegen het middaguur ligt iedereen in getijloos water. De enige verhoging en
verlaging wordt veroorzaakt door de eerste trap van 4 sluizen om de hoek.
De grasstrook naast de steigers en kade leent zich perfect voor een borrelplek.
Paul en ik hebben al veelvuldig contact gehad met Jo van de marina en hebben op haar kantoor de volgende dag vergadering met haar en de lockmanager David over de sluisindeling van 21 schepen. Er wordt een drietal bootjesverzamelingen getekend die in elke sluisbak van 45 x 10,6 meter moeten passen. We stellen een TL, teamleider of vice admiraal per groep aan: Ruud van de Phoenix en Jeannot van de Jack in the Box. Hun beloning over een paar dagen is groot: zakje OceanPeople-stroopwafels.
De grasstrook naast de steigers en kade leent zich perfect voor een borrelplek.
Paul en ik hebben al veelvuldig contact gehad met Jo van de marina en hebben op haar kantoor de volgende dag vergadering met haar en de lockmanager David over de sluisindeling van 21 schepen. Er wordt een drietal bootjesverzamelingen getekend die in elke sluisbak van 45 x 10,6 meter moeten passen. We stellen een TL, teamleider of vice admiraal per groep aan: Ruud van de Phoenix en Jeannot van de Jack in the Box. Hun beloning over een paar dagen is groot: zakje OceanPeople-stroopwafels.
We hebben het hardlopen weer opgepakt, al is het een zeer klein ploegje van 4
vandaag.
We rennen over het pad langs de sluizentrap en het smalle kanaal erna, en volgen de afsplitsing naar het centrum van Inverness. In hoog tempo komen we voorbij de bruggen en de bijzondere voetgangershangbrug, in een ontwakende stad.
We rennen over het pad langs de sluizentrap en het smalle kanaal erna, en volgen de afsplitsing naar het centrum van Inverness. In hoog tempo komen we voorbij de bruggen en de bijzondere voetgangershangbrug, in een ontwakende stad.
Later lunchen we bij de gezellige Clachnaharry Inn, in de tuin, bijna óp de spoorlijn.
Woensdagochtend om 8 uur start de eerste groep, nog vóór de brug over
belangrijkste doorgaande weg in Inverness gesloten wordt voor de ochtendspits.
Een extra vroege schutting voor ons. We hebben de procedures van invaart,
lijnen beleggen, bemanning op de kant die gaat meelopen van bak naar bak,
gisteren besproken. Voorin de sluis is het het meest turbulent, met het
trapsgewijze verval van circa 3 meter per bak. Vandaag en morgen gaan we
stijgen, tot we bij Laggan zijn. Dan zakken we de Schotse hooglanden weer af.
De routine zit er al snel weer in. Shaula ligt vooraan aan stuurboord. Lijntje terug naar de achterste lier en lieren maar. Hoeft Sivy achteraan niet zo te sleuren.
De routine zit er al snel weer in. Shaula ligt vooraan aan stuurboord. Lijntje terug naar de achterste lier en lieren maar. Hoeft Sivy achteraan niet zo te sleuren.
Groep 2 en 3 zijn een paar uur later aan de beurt en helpen bij het verkassen
de trap op.
Vandaag komen we op Loch Ness, een 2e ontmoeting na 6 jaar. De wind staat daar
mee of tegen, nooit dwars. Vandaag tegen, wederom. We gaan zeilen!! 27 slagen
later komen we in Fort Augustus aan. Halverwege bij Urquhart Castle zeilen we
dicht langs de kant om live op de webcam te komen terwijl de ouders van Maite
ons zien op hun computerscherm thuis: “ik zie nu de Stormvogel voorbij komen;
nu twee motorboten; zijn jullie dat met dat zwarte zeil; ja ik zie een rode
pixel.” Wát, ik ben gereduceerd tot een pixel, springend in m’n rode Helly
Hansen zeiljas! Maite roept de vorderingen van haar vader door. Later ontvangen
we een niet zo heel scherp filmpje van onszelf via WhatsApp voorzien van
commentaar dat die donkere vlek achter ons echt het monster van Loch Ness moet
zijn geweest. Aan rampspoed ontsnapt!
We nemen met onze 21 schepen wel wat meters steiger in beslag. De sluiswachter
besluit ons van groep 1, met ons goedkeuren, in de eerste sluisbak te leggen
voor de nacht. Scheelt morgen alvast 1 actie en scheelt bezetting aan de
steigers. Je moet alles een keer gedaan hebben, dus ook slapen in de sluis met
een waterval voor je boot: de overflow van bak 2 naar bak 1. Het regent licht;
we borrelen in ons zeilpak op de rand bij de sluis terwijl onze boten
veelvuldig gefotografeerd worden.
De sluizen bij Fort Augustus zijn turbulenter dan die bij Clachnaharry. Paul
moet behoorlijk trekken aan de voorlijn om de boot de bedwang te houden vanaf
de hoge sluiswand. Tijdens het schutten wisselt de bemanning op de kant: Sivy
heeft tijd, op mijn verzoek, om Nessie-opscheplepels te kopen. Een tip van de
Loxia, want Jeannette had deze al gekregen voor moederdag van dochter Melanie.
We overnachten met vijf boten aan een enkel steigertje op Loch Oich bij een
kasteelruïne Invergarry Castle, vlakbij het Schotse Invergarry Hotel waar we in
de stromende regen binnen gaan voor een thee met scones. We komen in de lounge
waar we automatisch heel zachtjes praten in een zó typisch Engels/Schotse
aristocratische sfeer. Oud, maar niet sleets. Geheel in stijl gedecoreerd, met
jachttrofeeën in de hal. Een groot dienblad met potten thee en veel serviesgoed
met scones worden gebracht, terwijl wij uitdruipen van de regen.
De Phoenix en Meermin liggen voor anker bij ons. We zijn op het hoogste
punt in het Caledonisch Kanaal.
We zien groep 3 voorbij varen naar Laggan.
Ook op Loch Lochy kunnen we prachtig zeilen. Geen golven, wel wind (op de neus).
Wedstrijdje natuurlijk, zo hoog mogelijk aan de wind, “bakboord!” voorrang verlenend en nemend. Diep tot de rand van de bergen langs het meer.
We zien groep 3 voorbij varen naar Laggan.
Ook op Loch Lochy kunnen we prachtig zeilen. Geen golven, wel wind (op de neus).
Wedstrijdje natuurlijk, zo hoog mogelijk aan de wind, “bakboord!” voorrang verlenend en nemend. Diep tot de rand van de bergen langs het meer.
Op dag 3 komen we tot Neptune’s Staircase, 8 sluizen naar beneden. Doorlooptijd
2 uur. Zaterdagochtend (20 juli) gaan we door en besluiten door te zeilen naar
Dunstaffnage. Vandaag staat er een westenwind, zondag (hardere) zuidenwind
tegen mét veel regen in de middag (code geel). De westenwind is zeer vlagerig
en valt van de berghellingen af net na Corpach op Loch Linhe. De berg Ben Nevis
beziet onze vloot van een afstand.
“Vieren, vieren, vieren”, roep ik tegen Jules die de grootschoot in z’n handen heeft, afwisselend in en uit de klem. Het is actief zeilen, zullen we maar zeggen. Mooi!!
We zijn in West Schotland met “stunning scenery”.
“Vieren, vieren, vieren”, roep ik tegen Jules die de grootschoot in z’n handen heeft, afwisselend in en uit de klem. Het is actief zeilen, zullen we maar zeggen. Mooi!!
We zijn in West Schotland met “stunning scenery”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten