Even een bericht tussendoor:
In de Ierse Zee, als we weer vele submarine-exercise-areas zien, roept André van de Marieke over de marifoon; "degene die als eerste een onderzeeër ziet, mag bij Beken of Cowes een cadeautje uitzoeken.
2 Weken later, als we langs Eddystone Rock varen ten zuiden van Plymouth gebeurt het wonder:
Wow, is het niet FANTASTISCH!
dinsdag 20 augustus 2013
Oude glorie
Maandag 29 juli, Rothesay
Rothesay, op het isle of Bute, heeft een lange brede
boulevard, compleet met Engelse tuinbanken en bloemperken. Hoge huizen aan de
overkant van de straat.

’s Ochtends regent het. Is niet erg. Het was laat geworden
bij de buren. Even op gang komen.

Er staan veel hotels en Bed & Breakfasts, maar ook veel
bordjes “vacancies”. De badplaats van weleer is in verval geraakt. Onkruid
groeit in de dakgoten en de kapotte ramen van de kerk. het gras staat hoog naast
de bootjes van de jachtclub, Op het hek eromheen hangt een “te koop”-bord met een
aanbeveling voor projectontwikkeling. ’s Avonds gluren we bij trieste
restaurants naar binnen, met een enkel pareltje er tussen.
De regenboog boven de haven en de heuvel erachter geeft het beeld weer glans. Laat de investeerders en schilders maar komen. Bute heeft genoeg te bieden voor de natuurminnende mens.
We vieren onze laatste avond aan steigers in Schotland
met een passende borrel op de planken.De regenboog boven de haven en de heuvel erachter geeft het beeld weer glans. Laat de investeerders en schilders maar komen. Bute heeft genoeg te bieden voor de natuurminnende mens.

Een zondag zoals een zondag moet zijn
Zondag 28 juli, Campbeltown - Rothesay
Landschappelijk toppunt van genieten. Zeker in het smallere vaarwater naar de ankerplaats An Caladh.
De zon schijnt nu tussen de wolken, de wind is weg, we glijden stilletjes en zachtjes even de kleine, achter vuurtorentje en rotsen verborgen, ankerbocht in. En houden de adem in. Wauw, wat prachtig.
We hebben in gedachten al 5 huizen gekocht langs deze route.
We zeilen landinwaarts vandaag. Een dag zonder
noemenswaardige stroming. Fijn. Geen gereken onderweg. Geen bijhouden van ETA’s.
We starten de dag in “vistempo”, 2-3 knopen. Vangen niks.
Motor gaat aan om niet helemaal achteraan te blijven hangen.
Ik zie dolfijnen tussen ons en de Wink. Een unieke kans.
Snel seinen we Nienke, op de Wink, in, want zij heeft in haar hele zeilcarrière
nog geen andere dolfijnen gezien dan die in Harderwijk..
Het moment is daar: in totaal spot ze 4 dolfijnen. Ik zie
haar op het voordek staan, tegen de mast geleund. Het kan niet missen. Dit is
haar dag.
We varen langs het Isle of Arran, door de Kilbrannan Sound,
de Bute Sound, langs Ardlamont Point, rondom het Isle of Bute. Namen uit elvenboeken.
De Firth of Clyde. De Waverley, de enige originele paddlewheeler in Schotland ploegt langs.
Landschappelijk toppunt van genieten. Zeker in het smallere vaarwater naar de ankerplaats An Caladh.
De zon schijnt nu tussen de wolken, de wind is weg, we glijden stilletjes en zachtjes even de kleine, achter vuurtorentje en rotsen verborgen, ankerbocht in. En houden de adem in. Wauw, wat prachtig.
We hebben in gedachten al 5 huizen gekocht langs deze route.
Een aantal van ons blijft hier achter. Wij varen, met
gemengde gevoelens, door naar Rothesay.
Sinds gisteren hebben we al prettig intensief
telefonisch contact met de havenmeester van Rothesay. Telkens met het gehoororgaan
op scherp om het Schotse accent te ontwarren. Hoeveel boten kunnen we kwijt in
de kleine Inner Harbour. Eerst lijkt dit aantal te stoppen bij 5, met maximale
diepgang 2 m. De rest zal voor anker gaan voor de boulevard. Vervolgens wordt
het aantal opgehoogd naar 8. En eind van het liedje kunnen we allemaal terecht,
ongeacht diepgang. Dank u.
De doorgang bij de brug is krap, de draai er na nog krapper.
Alles lukt. Wij blij. De havenmeester heeft de “drukste dag” van z’n seizoen. Hij
vertelt in geuren en kleuren dat z’n “opa en oma” (met Schotse tongval) in
Roermond hebben gewoond, later in Rotterdam. En nu is zijn zoon bij opa en oma
op de camping in Zeeland. “Wissekerke”, leest hij voor van het briefje uit ’n
portemonnee. Hij had ook al op onze blog zitten lezen/kijken. We nemen het
berthingplan met hem door voor de ankeraars die zich morgenvroeg weer bij ons
voegen.
donderdag 15 augustus 2013
Mull of Kintyre
Zaterdag 27 juli, Port Ellen - Campbeltown
Vandaag gelukkig geen staande golven bij de Mull. De kaap
ziet er misschien net zo uit als andere groene, rotsige heuvels, maar toch voel
je dat je op een veel beschreven plaats vaart.
Mist omhelst ons. Wederom.
Het weerbericht spreekt van “fogpatches”. We zien de
overkant van de baai opdoemen en vervagen.
Het zicht is matig, af en toe slecht.
We vertrekken iets later dan gepland. De veerboot heeft als
aankomsttijd 09.00 uur, onze oorspronkelijke vertrektijd. Zodra de veerboot 100
meter van ons vandaan heeft aangelegd, gooien wij los. Zo voorkomen we een
lichte hartverzakking bij de kapitein als hij de relatief nauwe ingang van de
baai indraait en een vloot AIS signalen zou zien verschijnen, en nog meer echo’s
op z’n radarbeeld.
De wind zit in de foute hoek: recht op de neus. Het zicht
varieert van heel goed tot 50 m. We willen de stroming mee hebben rondom Mull
of Kintyre, dus motorzeilen we recht op ons waypoint.

We zijn op tijd, vallen af, zetten het voorzeil bij. En zeilen
een nieuwe mistbank in.
zaterdag 10 augustus 2013
Rooksmaak
Vrijdag 26
juli, Port Ellen
We kunnen ook aan het ponton terecht en landen op tijd voor
onze whisky-excursie. Met z’n allen wandelen we de 5 kilometer naar de destilleerderij
van Lagavulin, 1 van de 8 op dit eiland. Twee aan twee lopen we, kletsend,
langs de rand van de plattelandsweg.
Mist omhelst ons.

We krijgen een rondleiding en een proeverij van 2 whisky’s:
1 Single Malt van 10 jaar oud, en 1 double matured van 12 jaar oud, zelfs één
uit een bijzonder jaar waar nog maar een paar flessen van op voorraad zijn
(hier en dus op de hele wereld). De laatstgenoemde is zachter.
Tijdens de rondleiding mag niet gefotografeerd worden. We
proeven het basisingrediënt, Barley (gerst), gerookt met turf, wat een geweldige
rooksmaak in de mond achter laat.
De typische geur van alcohol bij de ui-vormige ketels doet me denken aan de vroegere Wennekersfabriek in centrum van Roosendaal, vlakbij m’n oma. Dat beeld was lang niet bij me opgekomen. Sivy is vandaag spontaan 9 jaar i.p.v. 8 (de leeftijdsgrens voor de rondleiding) en doorloopt het fabrieksproces aan de hand van de Nederlandse reisgids, te leen van de Kendix. Ik vertaal tussendoor het verhaal van de mevrouw van d destilleerderij, al heb ik af en toe wel moeite met het Schots. Natuurlijk nemen we een flesje mee naar huis, plus authentiek zakflesje.
De typische geur van alcohol bij de ui-vormige ketels doet me denken aan de vroegere Wennekersfabriek in centrum van Roosendaal, vlakbij m’n oma. Dat beeld was lang niet bij me opgekomen. Sivy is vandaag spontaan 9 jaar i.p.v. 8 (de leeftijdsgrens voor de rondleiding) en doorloopt het fabrieksproces aan de hand van de Nederlandse reisgids, te leen van de Kendix. Ik vertaal tussendoor het verhaal van de mevrouw van d destilleerderij, al heb ik af en toe wel moeite met het Schots. Natuurlijk nemen we een flesje mee naar huis, plus authentiek zakflesje.
De mist is ondertussen weg, en we hebben een heerlijke
wandeling terug met zicht op een zonovergoten baai.
Vanavond staat er nog een uitje op het programma. In het
dorpshuis wordt een familie-avond met Schotse dans en muziek gehouden,
vergezeld door “tea and creams”. Het klinkt misschien wat suffig, maar het
blijkt hartstikke leuk te zijn. Locale zangers, dansers, violisten en
doedelzakspeelsters tonen, zonder schroom, hun talenten, van jong en oud. Wij
laten ons meevoeren in deze Schotse sferen en Sivy en ik wagen ons op de
dansvloer. En wij zijn niet de enigen van de groep Nederlanders die lachend
achter de tafels zitten. Aan het eind van de avond zwier ik in de armen van de
actieve Schotse dame op leeftijd, naast me, mee in de laatste volksdans.
Tranquillizer wint de hoofdprijs van de avond bij de loterij en we verlaten de
feestzaal met rode konen van de warmte van de zomeravond.
Deze vorm van amusement zijn we in Nederland verloren.
Deze vorm van amusement zijn we in Nederland verloren.
Barbi on the beach
Donderdag
25 juli, Craobh Marina – Port Ellen
In alle vroegte verlaten we deze comfortabele, vriendelijke
haven, omringd door groene heuvels en bergen. De zon piept tussen de wolken
door. We genieten al weken van vele uren daglicht in elke 24 uur.


Zoals ik gisteren al zei: “Als het goed is zeggen we met z’n
allen ‘is dit het nou, we zien en merken niks’, terwijl we voorbij de Gulf of
Corryvreckan varen.” We bevinden ons mooi met de kentering in het beruchte
zeegat. Her en der zie je plekken waar een draaikolk zich aan het vormen is, nu
nog in een zeer beheersbare status.
Rustig windje vandaag. De bewolking wordt dikker en zet zich
om in een echt Engelse miezerbui.
Wonder boven wonder kunnen 10 van onze 14 schepen aan het
enig beschikbare ponton van “de marina”van Port Ellen, op Islay, het eiland van
de whisky-destilleerderijen. Wij gaan voor anker in de baai met schitterend
zicht op rotseilandjes voor de kust. De zon schijnt. Terwijl Paul, Jules en
Sivy met de dinghy naar de kant zijn, stroop ik enige kledinglagen af. Een
ritueel dat zich in deze contreien dagelijks herhaalt.

Later op de avond gaan we met onze mede-ankeraars Albacora, Triple
Seven en Phoenix naar het strand. Onze Cobb beleeft z’n première. De gitaar van
Wim maakt een dinghytochtje. We belanden op een strandje nagenoeg in iemands
achtertuin. De heer des huizes laat net de hond des huizes uit bij de
waterrand. “Shall I bring you a table to
put your things on?” is zijn 1e reactie, als hij ons alles ziet uitstallen op
het zand. Nou , dat zou “very nice” zijn. “We moesten maar vooral genieten van
deze mooie avond.” Dat wordt geen probleem. De Cobb gaat uit z’n reistasje. De
handleiding belandt in het zand. Nou hoef je nergens een stekker in het
stopcontact te steken, dus het bbq-proces spreekt erg voor zich. Plus, er zijn
ervaringsdeskundigen in de buurt.
De kabeljauw, gevangen door Wim, smaakt perfect, vegetarische Indiase hapjes van Leon idem. Toetje na. En met z’n allen zingen we, onder muzikale begeleiding van Wim, “Mull of Kintyre”. Eindelijk zullen we rond die beroemde kaap gaan varen.

De kabeljauw, gevangen door Wim, smaakt perfect, vegetarische Indiase hapjes van Leon idem. Toetje na. En met z’n allen zingen we, onder muzikale begeleiding van Wim, “Mull of Kintyre”. Eindelijk zullen we rond die beroemde kaap gaan varen.

Gastcollege
Woensdag 24 juli, Craobh Marina (spreek uit: Croov Marina)
De conclusie is dat we daar met kentering willen zijn. We hebben geen zin om 1 van ons dwars uit te zien gaan, hup op de rotsen aan bakboord. Dus vroeg op. Half zes weg. En geen gedraal het eerste uur om de 5 mijl te overbruggen naar het kruispunt.
Het printertje komt weer uit het vooronder. Terwijl ik de laatste hand leg aan de etappebeschrijving in OceanPeople-stijl, klopt Ernst aan. Of het een leuk idee is een gastcollege te geven over elektronica aan boord. En dan met name de nadruk op begrippen, laden en verbruiken. “Prima, lijkt ons leuk.” Daar is iedereen wel voor te porren.

Er staat al een feesttent opgesteld voor het restaurant voor de Highland Rally, dé lokale zeilwedstrijd van het seizoen. Daar mogen we gebruik van maken van de havenmeester.
Ik print het handout-blaadje van Ernst 20 x uit en om 16.00 uur zit de collegezaal vol.
Twee uur later en weer wijzer, lopen we weer de zon in. Energiebronnen en energieverslinders, van nespresso-apparaten tot combimagnetrons-op-walstroom, van lampjes tot lieren-met-knopjes, alles is behandeld. Iedereen kijkt vast en zeker bewuster naar monitorpaneeltjes die accuspanning en huidig verbruik weergeven.
Een ochtend knobbelen we aan de etappe Craobh – Port Ellen.
De weg zelf is geen punt, maar de stroming wel. We nemen namelijk op het
kruispunt “Gulf of Corryvreckan – Sound of Luing – Jura Sound”, de afslag naar
het zuiden de Jura Sound in, en laten het straatje Corryvreckan aan stuurboord
liggen. Waar vinden we goede detailinformatie over het stroomverloop per uur in
de Gulf of Corryvreckan?
Dat het in dat straatje heftig te keer kan gaan, wordt
geschreven, is gefilmd en op YouTube geplaatst. Maar het verloop 1 uur na
kentering, 2 uur na kentering, 3 uur … etc. We leven op de dag van springtij,
dus de dwarsstroom die we kunnen verwachten vanuit de Gulf of Corryvreckan is,
op de top, 8 knopen. “Met gemak.” De conclusie is dat we daar met kentering willen zijn. We hebben geen zin om 1 van ons dwars uit te zien gaan, hup op de rotsen aan bakboord. Dus vroeg op. Half zes weg. En geen gedraal het eerste uur om de 5 mijl te overbruggen naar het kruispunt.
Het printertje komt weer uit het vooronder. Terwijl ik de laatste hand leg aan de etappebeschrijving in OceanPeople-stijl, klopt Ernst aan. Of het een leuk idee is een gastcollege te geven over elektronica aan boord. En dan met name de nadruk op begrippen, laden en verbruiken. “Prima, lijkt ons leuk.” Daar is iedereen wel voor te porren.

Er staat al een feesttent opgesteld voor het restaurant voor de Highland Rally, dé lokale zeilwedstrijd van het seizoen. Daar mogen we gebruik van maken van de havenmeester.
Ik print het handout-blaadje van Ernst 20 x uit en om 16.00 uur zit de collegezaal vol.
Twee uur later en weer wijzer, lopen we weer de zon in. Energiebronnen en energieverslinders, van nespresso-apparaten tot combimagnetrons-op-walstroom, van lampjes tot lieren-met-knopjes, alles is behandeld. Iedereen kijkt vast en zeker bewuster naar monitorpaneeltjes die accuspanning en huidig verbruik weergeven.
zaterdag 3 augustus 2013
Willem de Veroveraar
Dinsdag 23 juli 2013, Bull Hole – Craobh Marina
Tot nu toe hebben we geen enkele aanpassing aan onze route hoeven doen. Komende dagen wordt er echter hardere zuidoostenwind voorspeld, op het moment dat wij in de, naar de zuidzijde open, baai van Port Ellen zouden zijn.
We maken een uitstapje naar het oosten en zoeken beschutting
voor de komende 2 dagen in Craobh Marina. Het aantal beschutte plaatsen, voor
een groep van 14, is in dit vaargebied beperkt. De meeste plaatsen en
ankerbaaien liggen aan de oostzijde van eilanden, omdat stormen meestal uit het
westen komen.
We houden even in, tot het zicht op de rotsen wat
verbetert. We verliezen hierdoor wel enige tijd en passeren rond 12.00 uur ons
waypoint aan het begin van de Sound. Wij ervaren reeds veel meer stroom tegen
dan verwacht. Op een kort stukje van 1 mijl zelfs 4 knopen tegen. We motoren
met een snelheid van 1,6 knopen over de grond zo een half uurtje verder. Niet
lang daarna neemt deze heftige stroom alweer af.
Ondertussen is de zon weer doorgebroken en kan de geplande
borrel ter ere van de nieuwe Belgische koning plaatsvinden op het bovendek van
de Tranquillizer, die de Belgische vlag voert.
Marc en Hedwig zijn een voortreffelijk gastheer en gastvrouw. Jules en Sivy helpen met de drankjes en iedereen neemt graag de uitnodiging voor een rondleiding op de motorboot aan.


Marc kan gelukkig een aanval van piraat Willem de Vijfde verijdelen, waarmee het Koninkrijk der Belgen behouden blijft.
Tot nu toe hebben we geen enkele aanpassing aan onze route hoeven doen. Komende dagen wordt er echter hardere zuidoostenwind voorspeld, op het moment dat wij in de, naar de zuidzijde open, baai van Port Ellen zouden zijn.
Het is niet bezeild. We laveren naar de Sound of Luing. De
gewenste aankomsttijd in deze doorgang is 11.00 uur, als de stroom nog net
zuidwaarts mee staat.
Net voor we hier zijn, zet de bui, die al een tijdje zien en
horen aankomen, door. In korte tijd begint het te hozen. De donder blijft
verder gelukkig achterwege. 
Voor de Livingstone en Marieke, die niet ver achter ons
zaten, wordt het op dat ene punt, een half uur tot een uur later, te veel. Ze
liggen nagenoeg stil en komen uiterst langzaam verder tot het tij het ergste
uur heeft gehad en ze “ineens” wel voorbij het dode punt komen.
Marc en Hedwig zijn een voortreffelijk gastheer en gastvrouw. Jules en Sivy helpen met de drankjes en iedereen neemt graag de uitnodiging voor een rondleiding op de motorboot aan.


Marc kan gelukkig een aanval van piraat Willem de Vijfde verijdelen, waarmee het Koninkrijk der Belgen behouden blijft.
vrijdag 2 augustus 2013
Als stenen konden praten
Maandag 22 juli, Tobermory –
Staffa – Bull Hole
Het is weer één van de betere maandagochtenden: zon, rust, een bijzondere bestemming voor de boeg.
Zacht glijdend door het water zeilen we noordelijk om het Isle
of Mull. De wind zit weer in de oosthoek. We hopen op een spiegelgladde zee
vandaag. Dat maakt een uitstapje in de dinghy naar Fingals’ Cave op Staffa
Island mogelijk. De kaarsrechte torenhoge bassaltkolommen van miljoenen jaren
oud maken deze grot en eiland zo uniek.
Excursiebootjes zetten mensen af aan een kleine pier, aan de oostzijde van het eiland, waar wij ons niet aan wagen met mooi gelakte rompen. Net voor we bij de grot aankomen, rimpelt het water, maar niet te erg om de dinghy, met deelbemanning, overboord te zetten. Ik laat Shaula op de plaats drijven. Het is te diep om te ankeren en met gerust hart allemaal van boord te gaan.

We varen in rustig tempo door naar de ankerplek Bull Hole
tegenover het eiland Iona. Op de kaart en Google maps uitgemeten zou de smalle
langgerekte strook water net genoeg ruimte moeten bieden aan ons allen.
Halverwege de ankerplaats staat er echter ruim 2 knopen stroom. Her en der
liggen vrije moorings, die van lokale vissers zijn. Voor de zekerheid brengt
Paul, met Sivy voor de extra charme, een bezoek aan de schipper van de veerboot
tussen Iona en het “vaste land” van Mull. Deze toch best fors uitgevallen boot
heeft ook zijn slaapplaats in onze ankerplaats. “Aye, no problem at all, if the boats give me
room when I come in, after 7, my last trip”, zegt Andy aardig. Toch wordt
er door onze “lieve” Andy, of zijn crew, nog een woordje geschreeuwd tegen de
eerste boten in de ankerplaats als het moment daar is. Ik laat Shaula op de
stroom opzij gaan, terwijl Polar Bear naast ons hetzelfde doet, zodat wij de
weg vrijmaken voor z’n laatste stukje. De moorings mogen we deels nemen, volgens
Andy, omdat dit de winter-/slecht weer-moorings zijn van de vissers. Dichterbij
het plaatsje liggen de zomermoorings.
Het is weer één van de betere maandagochtenden: zon, rust, een bijzondere bestemming voor de boeg.

Excursiebootjes zetten mensen af aan een kleine pier, aan de oostzijde van het eiland, waar wij ons niet aan wagen met mooi gelakte rompen. Net voor we bij de grot aankomen, rimpelt het water, maar niet te erg om de dinghy, met deelbemanning, overboord te zetten. Ik laat Shaula op de plaats drijven. Het is te diep om te ankeren en met gerust hart allemaal van boord te gaan.
We hebben geluk: er staat slechts een geringe deining de
grot in en uit, meest veroorzaakt doordat het water aan het eind van de smalle
grot geen uitweg heeft anders dan dezelfde weg terug. Gizmo kan nog net 180
graden draaien halverwege de grot. Op een rand hoog in de grot wagen zich
enkele mensen. Wat een eng gezicht is, zijn de mensen die buiten op de
grotingang hoog boven ons staan te kijken en mee overhangen als Gizmo in de
grot verdwijnt. Er is geen hek wat ze van een val behoedt.


Uiteindelijk liggen we in een majestueuze omgeving, met de
Iona Abbey om de hoek. De Abbey vanwaaruit monniken het christendom over
Schotland hebben verspreid. Van Leo en Astrid, van de Livingstone, hoor ik
enkele dagen later dat er nog steeds een internationale Iona Community bestaat,
met ook leden in Nederland. Ik vind het overweldigend te bedenken dat 15 eeuwen
terug al gebouwd is op dit eiland aan een abdij, die volledig past in deze
natuur. Hoe, wie, waarom, … Ik probeer de geschiedenisfilm voor te stellen.
Daar zou ik nou wel een real life soap van willen zien.
Abonneren op:
Posts (Atom)