6 Juli verlaten we Lissabon met een stralende zon. We vliegen de Taag af, met drie knopen stroom mee. Ik prent het stadsgezicht in me. De komende 6 tot 7 dagen zullen we alleen water zien, en een enkele OceanPeople boot.
Als we open zee bereiken gaat er al snel een eerste rif in het grootzeil. Er staat een stevige Noordenwind. Wij gaan pal west. Een half uur later gaat het tweede rif erin, en we reduceren het fokoppervlak. Sivy ligt binnen, Jules zit te genieten met zijn hoofd in de wind. De golven variëren van 2-2,5 meter. De witte kopjes staan er boven op. Ik film de Novatrix die sierlijk naast ons in de golven duikt. Ik kijk nog een keer en zie de genua voorop het dek liggen, beneden. Hè….val gebroken of zo iets?! En we zijn moeten nog een paar dagen.
Jaap vertelt over de marifoon dat de swivel, boven in dus, kapot gegaan is: “we varen door op de kotterfok en gaan later deze week wel een keer de mast in, als de golven minder zijn.”
Jaap vertelt over de marifoon dat de swivel, boven in dus, kapot gegaan is: “we varen door op de kotterfok en gaan later deze week wel een keer de mast in, als de golven minder zijn.”
Om vier uur in de middag begint de zeeziekte toe te slaan. Sivy vult het emmertje binnen als eerste. Een minuut later gaat Jules buiten voor de bijl. Mijn maag begint ook te protesteren, ondanks de oorpleister. Vechten om de emmertjes. De nacht wordt er één in de categorie “redelijk heftig”: mooie sterren, slechts een klein maantje, golven die even hoog zijn als overdag, een wind die niet minder wordt (Noord 20 knopen). We varen 60 graden aan de wind.
Ik blijf overgeven. We wisselen om de 2 uur. In de nacht begint ook Paul zeeziek te worden. Da’s een uitzondering.
Dag 2 is een zonnige dag. Paul, Jules en ik zitten in de kuip. Sivy ligt binnen op de bank te slapen. We houden het rustig, eten gedurende de dag een halve watermeloen en genieten, met een kronkel in de maag, van het uitzicht. We hebben elke drie uur marifooncontact met de groep en langzaam verspreiden we ons richting Ponta Delgada. We maken goede voortgang. Maar wel aan de wind.
ons. Ik zit tegenover hem. En zo zitten we 2 dagen. Over dezelfde boeg.
We kletsen, ik denk, Jules krijgt het voor elkaar niet te denken (“mijn ideaalbeeld”), we kijken rond, we luisteren naar de marifoongesprekken, bekijken de vorderingen van ieder schip aan de hand van de SPOT-posities, eten en drinken wat. En de minuten tikken gewoon door.
Dag 3 heeft Sivy een dip: ze wil graag even stoppen in een haventje. “Ik wil ook best even ankeren.” Maar dat is erg moeilijk in 3000 meter water. We pakken het onderwerp “dwergkonijn” bij de staart, het uitgestelde verjaardagscadeau van Sivy. Na deze Azorenreis krijgt ze een konijn. We nemen het soort konijn door, het moet een meisje zijn, ze zal Isabel heten, het hok moet voorzien worden van een ren. Zelfs de kleur van het hok is onderwerp van gesprek. Schoonmaakrooster, eten, en eventueel binnen vrij rondlopen en hoe dat dan gaat met onze poes Fientje…. Alles wordt doorgenomen. Zo kom je de middag wel door. Sivy’s dip verdwijnt en dag 5 staat ze joelend aan de buiskap hangend te genieten van het “rijden” op de golven.
Zondag, dag 5, gaan we overstag. De wind staat pal tegen uit het westen. We maken een slag noord(west)waarts om op maandag met de voorspelde noord-noordoostenwind weer over de andere
boeg naar Sao Miguel te kunnen zeilen.
stuurboord zijde, en de Bull aan onze bakboordzijde. Beide op zo’n 5 mijl afstand voor en achter. “Ze zijn de bewakers van de schat die Shaula meevoert”. Zo oogt dagen het AIS-beeld van de drie schepen.
Na een nacht met fikse klappen op de golven wordt de wind maandag gunstiger, de golven rustiger en zeilen we maandagnacht mooi de lichtjes van het eiland Sao Miguel tegemoet.
Dinsdag rond het middaguur leggen we aan in Ponta Delgada, samen met de Bull, Triple Seven en Beaujoli. 881 mijl op de log erbij. De eerste ploeg Barrus, Juanita, Katharos en Fortuna ligt er al sinds maandag. Een feestelijke, uitgelaten stemming overheerst de steiger. We omhelzen elkaar alsof we elkaar jaren niet gezien hebben. Feliciteren elkaar met het behaalde resultaat. De een heeft zich onderweg al netjes geschoren, de ander heeft een stoppelbaard van dagen. Allemaal zitten we wat strakker in het vel. De ingeslagen voorraden zijn niet echt aangesproken. Jules en Sivy mogen hun verhaal doen: “het was wel lang, maar ook erg leuk.”
Er zijn stuurautomaten overbelast geraakt, er is een voorstag gebroken, er is een shackle van de genua afgebroken, een rolgenua onklaar geraakt, een giek geknakt, een motor wilde niet meer starten, er zijn blauwe plekken opgelopen, er zijn tonijnen gevangen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten